Joost Frans van der Lindenhofje 1
Afbeeldinginformatie
Grevenstraat nr.16
Het hofje wordt ook wel de Joost Frans van der Lindenpoort genoemd.
De stichter bezat bij leven aan de Marendorpse Achtergracht (nu van der Werfstraat) een poort, een soort van steegje met huizen, die hij in 1668 bij testament naliet aan een nicht met de opdracht er een hofje te maken. In dienst testament stond geschreven dat het voornoemde “huyskens ende hare erven eewiglyk by arme luien, voor niet en sonder huer daer” voor te geven, zullen moeten worden bewoond.
Omdat hij weinig kapitaal naliet, verkeerden de huisjes al snel in vervallen toestand. Hier kwam pas verandering in toen François Houttijn in 1691 via een legaat geld deed toekomen aan de Remonstrantse Gemeente. Weliswaar had hij dit geld voor de bouw van een eigen hofje bestemd. De regenten van het hofje gebruikten een deel van het geld allereerst voor het opknappen van het Joost Frans van der Lindenhofje. De huisjes op het hofje werden flink opgeknapt en de bewoners ontvingen zelfs preuven, zoals gebruikelijk op een hofje.
In 1736 ontdekte de ijverige ouderling Dorremans het testament van François Houttijn. De toenmalige regenten schrokken van Dorremans woedende reactie en schoven de schuld in de schoenen van hun voorgangers. Gehaast bouwden zij alsnog het François Houttijnhofje, zodat aan de voorwaarden van diens testament werd voldaan.
Het hofje van Joost Frans van der Linden heeft een U-vorm, met midden in de tuin en een dwars daarop staand kleiner huisje. De huisjes hebben twee bouwlagen met een zolder. De gevels worden verlevendigd door nissen en een geprofileerde gootlijst op klossen. Sinds in 1936 de aanpalende krotwoningen werden gesloopt, is het hofje vanaf de Grevenstraat goed zichtbaar Bron:: Stichting Joost Frans van der Lindenhofje